‘Jij zou eigenlijk predikant moeten worden’, kreeg Erik Waanders vroeger wel eens als tip mee vanuit zijn directe omgeving. Inmiddels verkondigt hij als directeur van Greenpaints met zeer veel overtuiging het groene verf evangelie. Waanders raakt niet uitgepraat over de meerwaarde van duurzame coatings. Zo voorspelt hij een grote toekomst voor biobased en natuurlijke verven. “We maken significant groeistappen.”
Anders denken, anders doen. Dat brengt Erik Waanders, opgegroeid in het groene Markelo, met zijn onderneming in de praktijk. Waanders richtte Greenpaints in 2012 op, nadat er een einde kwam aan zijn dienstverband bij Norway Coatings. “In de crisisjaren was het moment daar om te bepalen waar mijn hart ligt”, vertelt hij. “Ik kon een goed betaalde baan krijgen, maar heb deze afgeslagen. Daar heb ik geen moment spijt van gehad.

Bij Greenpaints kan ik mijn authentieke zelf zijn. Dat gevoel heb ik bij geen enkele werkgever helemaal gehad. Het levert een compleet andere en fijnere manier van werken op. Mensen in mijn omgeving merken dat, maar ook de schildersbedrijven met wie ik zaken doe.”

Merken

Greenpaints probeert de verfindustrie duurzamer te maken met biobased en minerale verven. Mineraalverven zijn gebaseerd op natuurlijke grondstoffen. Door de toepassing van minerale vulstoffen en anorganische pigmenten hebben deze een zeer fraaie uitstraling en unieke eigenschappen. Biobased verven zijn gebaseerd op herwinbare natuurlijke grondstoffen, zoals planten, bomen en gewassen. Greenpaints werkt samen met vijf verfproducenten die biobased verven kunnen leveren: Böhme, Copperant, Lacq, Keim en Sherwin-Williams.

“Deze merken zijn complementair aan elkaar”, verduidelijkt Waanders. “Hierdoor kunnen we een duurzame totaaloplossing aanbieden. In onze projecten tref je vaak een mix van deze merken aan. Bijvoorbeeld de lakverf van Copperant, de muurverf van Keim en de beits van Böhme. Het bijzondere is dat ik elk merk het podium kan bieden dat het verdient. Daarnaast zit ik in de biobased projectgroep van Sherwin-Williams. Hierdoor kan ik een directe invloed uitoefenen op het eindproduct.”

In een voorgaande editie van SGA meldde Zandvoort Verf en Spuitapparatuur dat er onder schilders nog veel weerstand is tegen biobased verven. Merk jij dat ook?

“Ja. Maar ik merk tegelijkertijd dat dezelfde schilders enthousiast raken als ze bij de hand worden genomen. Ze merken dan aan den lijve dat ze net zo fijn en gezonder werken met biobased verven. Een goed voorbeeld is mijn eigen vader. Hij was aanvankelijk een groot scepticus, maar wenst sinds 2012 alleen nog maar te werken met biobased verven en mineraalverven. Hij is nu echt razend enthousiast over deze producten. Het bestaande schilderproces komt niet in gevaar als je werkt met biobased verven. Hierin begeleiden we klanten ook. We zijn niet voor niets kennispartner.”

Er blijkt in de praktijk nogal eens onduidelijkheid te zijn over wat biobased verf nu eigenlijk is. Hoe kijk jij daar tegenaan?

“Eigenlijk zouden er uniforme en betere standaarden en normeringen moeten komen voor biobased verf. Persoonlijk vind ik verven die voor tien procent biobased zijn nog weinig om het lijf hebben. Het begint voor mij pas te tellen vanaf minimaal 30%. Overigens zou je er als gebruiker ook voor kunnen kiezen om eerst de stap naar water gedragen verven te maken, omdat bijvoorbeeld biobased werken vanuit kwaliteitsaspect niet mogelijk is. Zo werken heel veel meubelmakers helaas nog met oplosmiddelen en helpen wij ze de stap naar watergedragen te maken De eerste watergedragen, biobased meubellakken zijn er al, dus de vervolgstap is dan ook makkelijker te nemen.”

Veel ondernemingen in de schilderbranche trekken de kwaliteit van biobased verven in twijfel. Wat is jouw antwoord hierop?

“Er zijn al zeer goede biobased verven beschikbaar, die zich qua kwaliteit en prestatie volledig kunnen meten met reguliere verven. Dat geldt bijvoorbeeld voor de lakverven van Copperant, die 50% of meer biobased zijn. Deze producent neemt bij het ontwikkelen van verven kwaliteit als uitgangspunt. Pas daarna wordt bekeken wat het maximale aandeelbiobased grondstoffen kan zijn. Verder is Sherwin-Williams heel ver. Hun industriële houtcoatings zijn voor 40% biobased. Daarnaast komen bindmiddelleveranciers zoals DSM, BASF en Bayer met steeds betere producten. Zij kunnen tot 40% biobased leveren, zonder concessies te doen aan kwaliteit en de prijs betaalbaar te houden.”

Dan zou je dus ook moeten merken dat de vraag naar biobased verven toeneemt?

“Dat is ook het geval. Bewust bouwen wordt de norm. Hierin spelen biobased en minerale verven een belangrijke rol. Steeds meer architecten en particuliere opdrachtgevers staan hier open voor. In een groot deel van de hedendaagse nieuwbouw wordt hout gebruikt, dat steeds vaker biobased wordt afgewerkt. Het is inderdaad wel zo dat de actieve vraag vanuit de schilders nog wat achter blijft. Zij zijn van nature wat conservatiever.

Deels komt dit omdat er negatieve ervaringen zijn met biobased verven, puur omdat er in het verleden verkeerde technologieën gebruikt zijn. Inmiddels zijn we stukken verder. Gevolg is ook dat er meer schilders bij ons langskomen voor advies. Ons geloof in biobased verven zit diep. We maken hiermee significant groeistappen. Wel denk ik dat er strengere wet- en regelgeving nodig is vanuit de overheid. En die zal er ook komen. Iedereen moet mee.”

Gelden die groeistappen ook voor Greenpaints?

“Zeker. We zijn midden in de crisis gestart, maar beginnen onze vleugels uit te slaan. Dit jaar zijn we 50 procent gegroeid. Onze organische groei zorgt ervoor dat nieuwe merken op ons afstappen, zoals Sherwin-Williams. De rek is er nog lang niet uit qua omzetstijging met onze 5 complementaire verfmerken. Voor volgend jaar staan er een nieuw magazijn, een nieuw kantoor en een nieuwe showroom op het programma. We willen de top zijn in duurzame verf. Voor nu en in de toekomst.”

Ralf Pijnenburg
Foto’s: Marian Waanders

www.greenpaints.nl

Het artikel op je gemak lezen?

Maak het jezelf makkelijk en download het originele artikel in pdf formaat of leest hieronder verder.